Je bent hier:

Tips om zelf een hondenbrok te beoordelen



“Een goede voeding is de basis van een gezond en gelukkig leven, zowel voor mens als dier.” – Unknown

  1. Eiwitten
    Eiwitten in voeding zijn belangrijk voor de gezondheid van de de hond. Het zijn de bouwstenen van het lichaam. Daarom is het belangrijk dat de voeding voldoende en goed opneembare eiwitten bevat. Voor een hond zijn dierlijke eiwitten veel beter opneembaar dan plantaardige eiwitten.

    Wanneer er op een verpakking 80 % vlees wordt genoemd, is het meestal zo dat dit het verse vlees is inclusief ca. 70 % vocht. Dit vocht verdwijnt bij de bereiding van de brok. Hierdoor kom je dan veel lager uit. Bij 80 % vers vlees kom je zonder vocht uit op ca. 20 %.

    In de analyse vind je het eiwitpercentage terug. Kijk bij de ingrediënten of er ook plantaardige eiwitten worden gebruikt. Bijvoorbeeld proteïne/eiwit van planten (aardappelproteïne, rijsteiwit, maisgluten, peulvruchten, noten en zaden, etc.)

    Een (te) hoog percentage eiwit in brok kan zorgen voor diarree. Dit heeft er mee te maken dat de ingrediënten van brok op hoge temperatuur sterk bewerkt zijn. Sterk bewerkte eiwitten zijn moeilijk(er) verteerbaar.

    Richtlijn 26 – 34 %

  1. Koolhydraten
    Koolhydraten worden onderverdeeld in drie categorieën. Suikers, zetmeel en vezels. In commercieel hondenvoer worden koolhydraten vaak gebruikt als een goedkope bron van calorieën en als bindmiddel voor het produceren van brokken.

    Een hond heeft voor zichzelf geen koolhydraten nodig, maar….. omdat in het microbioom van de hond koolhydraat verterende bacteriën zitten heeft de hond wel wat koolhydraten nodig in zijn voeding om de bacterie-kolonie op pijl te houden. Meestal staan de koolhydraten niet vermeld op de verpakking, toch kun je ze zelf uitrekenen:

    100 – % eiwit – % vet – % as – % vezel/celstof – % vocht = % koolhydraten

    Richtlijn minder dan 40 %

  1. Vetten
    Vetten zorgen o.a. voor energie, smakelijkheid en transport van de vetoplosbare vitamines. Essentiële vetzuren voor de hond zijn omega-3 (alfalinoleenzuur, EPA en DHA) en omega-6 (linolzuur). Deze vetzuren moet de hond binnen krijgen via de voeding. Omega-3 vetzuren komen bij voorkeur uit vette vis en/of algenolie. Omega-3 uit plantaardige bron kan een hond wel verteren, maar wel met ca. 85% verlies.

    Let op een evenwichtige verhouding tussen omega-3 en omega-6:
    Omega-6 maximaal 5 keer zo veel dan omega 3

    Richtlijn 16 – 18 %

Overige aandachtspunten

  1. Mineralen
    Mineralen zijn er in 2 soorten: organisch gebonden mineralen en anorganische gebonden mineralen. Organisch is beter opneembaar (rond 90%) en anorganisch blijft stabieler tijdens het bereidingsproces. Kies daarom voor een combinatie van organisch en anorganisch.

    Organisch
    chelaat, citraat, gluconaat, glycinaat, lactaat, malaat, tauraat

    Anorganisch
    carbonaat, chloride, oxide, sulfaat



  1. Houdbaarheidsmiddelen
    Door toevoeging van een antioxidant kan je bederf van voedingsstoffen vertragen. Wanneer vetten oxideren worden ze ranzig en komen er vrije radicalen vrij. Deze vrije radicalen kunnen zorgen voor de beschadiging van lichaamscellen. Een aantal antioxidanten heeft vervelende nadelen voor de gezondheid van jouw hond en gebruik je daarom liever niet.

    Maak liever geen gebruik van
    BHA (E320), BHT (E321) en Ethoxyquine (E324)



  1. Overige ingrediënten
    Een aantal ingrediënten zie je liever NIET terug in de voeding vanwege gezondheidsrisico’s of genetische manipulatie.

    Maak liever geen gebruik van
    vitamine K3 (menadion), Tarwe(gluten), Mais, Soja

Ik hoop dat je zo verder kunt, heb je toch nog vragen laat het weten.